Wat je moet weten over de nieuwe wetgeving rond pleziervaart
Na input uit een bevraging van de sector en uitgebreid overleg met de vele stakeholders, kwam er in september 2019 een vernieuwde wetgeving voor pleziervaart – met de nadruk op modernisering, vereenvoudiging en veiligheid.
In 2021 en 2022 komen de volgende stappen aan de beurt uit de geleidelijke uitrol van die nieuwe regelgeving. We zetten op een rij wat je moet onthouden.
De geldende regels voor pleziervaart sinds 2019
- Je betaalt € 50 (i.p.v. € 150) voor de registratie van je pleziervaartuig en de administratie is vereenvoudigd.
- Als handelaar kan je een handelaarsplaat gebruiken voor proefvaarten met klanten.
- Er kwam een update van de benodigde uitrusting, mede op basis van de locatie waar je gaat varen.
- Als beoefenaar van kleinzeilerij mag je nu ook op zee bij meer dan 3/4Bf windkracht.
- Een reddingsvest werd verplicht onder risicovolle omstandigheden.
- Het behalen van een brevet werd opgedeeld in modules, zodat je stapsgewijs je competenties kan uitbouwen. Eindtermen werden duidelijker uitgeschreven.
- Met een beroepsbrevet binnenvaart en zeevaart kan je nu ook een pleziervaartbrevet krijgen.
De wetgeving sinds juli 2021
In juli 2021 werd een praktijktest verplicht voor het behalen van een pleziervaartbrevet. In die praktijktest werd zeilen een apart onderdeel.
- Je legt je test in een door de overheid erkend praktijkcentrum.
- Duidelijke eindtermen omschrijven de vaardigheden en praktische kennis die je moet bewijzen tijdens de test.
- Op je brevet staat nu ook vermeld of het geldt voor motorvaart of zeilen.
De wetgeving vanaf september 2021
In het najaar van 2021 worden, na overleg met de sector, bijkomende aanpassingen gemaakt aan de wetgeving:
- Begeleidings- en reddingsvaartuigen worden niet meer aanzien als ‘bedrijfs- of . beroepsmatig’. Begeleid je vaartuigen in het kader van scholing, dan moet je wél een brevethouder zijn.
- Er komt een onderscheid tussen ‘bedrijfsmatig-commercieel’ en ‘bedrijfsmatig-niet commercieel’, dus met of zonder betalende passagiers. Vaartuigen voor scholing vallen onder de laatste.
- De groep ‘sportkieljachten’ werd duidelijker afgebakend: het zijn pleziervaartuigen met zeil, met een romp van minder dan 9 meter, zonder kajuit, sanitair, kookgelegenheid of elektriciteit aan boord.
Kijk voor meer details over de wetgeving op deze webpagina van de FOD mobiliteit
De wetgeving vanaf januari 2022
Als bestuurder van een pleziervaartuig moet je vanaf januari 2022 ook op zee een brevet hebben. Tenminste, als je binnen deze categorie valt:
- Je vaart sneller dan 20 km per uur op motor,
- Je vaartuig is langer dan 15 meter,
- Je gebruikt je vaartuig voor je beroep of bedrijf.
Onder bepaalde voorwaarden kan je ook een ervaringsattest krijgen als alternatief voor het brevet op zee – voor privaat gebruik op een vaartuig tot 24 meter.
Nog vragen over de nieuwe wetgeving?
Contacteer meteen een van onze experts
Contacteer ons
Let op, velden met een * zijn verplicht in te vullen!